Kerk

De oorspronkelijke kerk werd voor 5.383 carolusguldens gebouwd van 1644-1645 waarbij grietman Hobbe van Baerdt op 18 maart 1644 de eerste steen legde. De kerk is tweebeukig en is opgebouwd van Friese gele steen. De rondboogvensters zijn afgewerkt met rood metselwerk. De gevel bestaat uit meerdere traveeën die ondersteund worden door zware steunberen. Het dak is gedekt met blauwe leien in de zogenaamde maasdekking. Er bevindt zich een hoofdingang en een zij-ingang. De zij-ingang heeft een poort van gele steen met neggen en een sluitsteen, geflankeerd door pilasters in rode baksteen. De hoofdingang, die zich in de zijbeuk bevindt, heeft een geveltuit voorzien van een radvenster, afgedekt door een vlakke zandstenen lijst op voluutkrullen en bekroond met een klein zwaar tympanon. De toren is ouder dan het schip en dateert uit 1628. Het bevat 3 luidklokken uit 1603, 1636 en 1790. In 1953 is door koffiebranderij Dowe Egberts een carillon met 37 klokken geschonken, gegoten door de firma Petit en Fritsen uit Aarle-Rixtel. In 1939 brande deze kerk af waarbij het dak en bijna het gehele interieur verloren is gegaan. De kerk is daarna weer opgebouwd maar vanwege de Tweede Wereldoorlog heeft dat tot 1947 geduurd. Ondanks de brand zijn nog een aantal stukken uit het oude interieur gered, zoals het zilveren doopvont, het Tien Gebodenbord uit 1648 en de avondmaalstafel uit 1644. De preekstoel stamt uit de 17e eeuw en is afkomstig uit de in 1940 afgebroken Galileeër kerk in Leeuwarden. In de kerk bevinden zich nog twee oude herenbanken die na de brand zwaar beschadigd waren. De ene (1645) is van de familie Van Baerdt (in 1779 naar familie Van Eysinga) en en de andere van de familie Vegelin van Claerbergen (1694). Het interieur wordt gedekt door houten tongewelven. Onder leiding van architect A. Baart uit Leeuwarden werden kerk en interieur na de brand zo goed mogelijk in de 17e eeuwse stijl hersteld. De toren is van 1976-1977 gerestaureerd. De kerk is een rijksmonument.

Orgel

±1750

Er wordt een orgel in de toenmalige kerk geplaatst.

1872

Een nieuw orgel wordt gebouwd door L. van Dam & Zn. uit Leeuwarden. Het was een schenking van jonkheer Mr. P.B.J. Vegelin van Claerbergen.

1939

De kerk wordt bij een brand verwoest. Een groot deel van het interieur gaat hierbij verloren, waaronder ook het Van Dam-orgel.

1947

Nieuw orgel door Fa. Spanjaard te Amsterdam. Dit instrument heeft drie manualen en 30 stemmen. Het orgel was in 1947 niet voltooid, maar allerlei ruzies hebben ertoe bijgedragen dat het orgel nooit geheel volgens plan is afgebouwd. Mede daardoor was de kwaliteit niet geweldig. Het orgel wordt in de jaren '70 dan ook afgekeurd.

1978

J. Ahrend uit Loga bij Leer (Duitsland) bouwt een nieuw orgel. Op 2 januari 1979 is het orgel in gebruik genomen.

Hoofdwerk, C - f'''				Rugwerk, C - f'''
	Bourdon Praestant Hohlflöte Oktave Spitzflöte Nasat Oktave Mixtur Trompete	16' 8' 8' 4' 4' 3' 2' 4-5 st. 8'			Gedackt Praestant Rohrflöte Waldflöte Sesquialtera Scharf Dulzian	8' 4' 4' 2' 2 st. 4 st. 8'

Borstwerk, C - f'''				Pedaal, C - f'
	Holzgedackt Holzflöte Blockflöte Quinte Terz Regal	8' 4' 2' 1 1/3' 4/5' 8'			Subbass Oktave Oktave Posaune Trompete	16' 8' 4' 16' 8'

Werktuigelijke registers
	Koppelingen:      HW-RW, HW-BW,      P-HW, P-RW 2 cimbelsterren Tremulant